In Bordeaux kun en wil je niet om de wijn heen. Maar het is ook een elegante, bruisende stad die alles in huis heeft voor een afwisselende citytrip. Een historische kern, verleidelijke winkelstraten en uiteraard talloze wijncafés en restaurants: van oud en chic tot trendy en uitgesproken studentikoos. Bovendien werd Bordeaux dit jaar uit 20 steden gekozen tot European Best Destination 2015.
Het centrale plein Place de la Bourse
Als je Bordeaux zegt, zeg je wijn. De stad is de ongekroonde wereldhoofdstad van de wijn. Heb je het daarmee gehad? Nee, zeker niet: de oude stad tussen de muurhuizen staat in zijn geheel op de Unesco-werelderfgoedlijst en is daarmee in omvang het grootste beschermde werelderfgoed. Daar valt niets op af te dingen.
Als je de Pont de Pierre oversteekt, snap je waarom: boven de intacte muurhuizen steken de karakteristieke torens van de Bordeauxse kerken uit. En op de immense Esplanade des Quinconces, in de chique winkelstraten en aan de oever van de Garonne ademt de stad de grandeur van Parijs.
Facelift
Toen burgemeester Juppé aantrad, stroopte hij de mouwen op en gaf hij de stad een facelift. Dat was hard nodig. De witstenen muurhuizen waren zwart uitgeslagen en de rivieroever werd gedomineerd door leegstaande hangars. In een grootscheepse schoonmaakoperatie kregen de gebouwen weer een witte gevel en werden de hangars gesloopt of kregen een nieuwe bestemming als winkel of restaurant.
Zo is de Quai des Marques tegenwoordig het domein van outletwinkels afgewisseld met terrassen en de oever wordt nu, dankzij het groen en een breed pad, bevolkt door joggers, fietsers en wandelaars. De gevels van de wijnkopers op de Quai des Chartrons hebben de allure van weleer en de monumentale gevels aan de Place de la Bourse spiegelen zich in de Miroir d’eau. Aan de kade meren riviercruiseschepen aan, die bezoekers meenemen naar de wijnstreken verderop. Dankzij de Chaban Delmasbrug kun je een rondwandeling maken naar Bastide, het stadsdeel aan de overkant. Als deze open is voor een reusachtig cruiseschip is het een tijdje wachten.
Een groot deel van de oude kern, Saint-Pierre, is autovrij. Ter compensatie werd een trambaan aangelegd door de hele stad. Ook hierbij ging schoonheid boven functionaliteit en zuinigheid: geen lelijke bovengrondse elektriciteitsleidingen, maar een kostbaar systeem waarbij de trein zijn voeding krijgt via de rails.
Een tram rijdt over Place de la Comedie in Bordeaux
Elegant en gezellig
Behalve elegantie ademt het oude centrum ook gezelligheid. Op pleinen als Place de la Comédie, Place de la Bourse en Place de Pey-Berland en de immense Esplanade des Quinconces voel je je nietig, zeker naast imposante gebouwen als de kathedraal Saint-André en de campanile de Tour Pey-Berland (geweldig uitzicht!). Daarnaast zijn er in Saint-Pierre intieme pleinen met een fonteintje of een beeld en terrassen waar je uren kunt blijven zitten, zoals Place du Parlement, Place Fernand Lafargue en Place Camille Jullian. Vooral studenten en andere jonge bewoners zorgen ervoor dat het oude stadsdeel ook ’s avonds bruist tot in de Rue Sainte-Cathérine, de 1200 meter lange winkelstraat.
Van klassezaken tot rommelmarkt
De voornaamste winkelstraat is de Cours de l’Intendance. De stil voorbij zoevende trams doen daar geen afbreuk aan. Chique winkels met onder andere mode en wijn zetten de toon in de driehoek tussen de Cours en de allesbehalve autoluwe Place de Tourny. Uiteraard gaat dit hand in hand met stijlvolle cafés en andere plaatsen waar culinaire geneugten vooropstaan, zoals in de Marché des Grands Hommes met heerlijkheden uit de streek, inclusief wijn.
Bij de chique wijnwinkel Max Bordeaux, die zich wijngalerie noemt, kun je jezelf trakteren op een slokje van een van de beste wijnen ter wereld. Koop een debetkaart van minimaal €25 en druk – na ongetwijfeld lang aarzelen welke het gaat worden – op de knop voor een miniem scheutje. Een fles kost algauw €400-500. De absolute tegenhanger is de Marché des Capucins. Na een avond uit eet de Bordelais hier de volgende ochtend een half dozijn oesters met een glas witte wijn voor €7.
Leuke kleine zaakjes vind je in de smalle straten van Saint-Pierre, maar ook in de Rue Notre Dame in Chartrons en in Saint-Seurin-Fondaudège. Ook daar hoef je niet lang te zoeken naar een adres om de inwendige mens te versterken. In de Rue de Porte de la Monnaie is dat zelfs de hoofdzaak en ze zijn alle de moeite waard. De restaurants hier zijn in bezit van één man: oer-Bordelais Jean Pierre Xiradakis, die ook een radioprogramma heeft en een wandelgids over de stad heeft geschreven.
Aan het einde van de lange brug steken de kerktorens boven de stad uit
Wijn, wijn, wijn
Naar Bordeaux ga je zeker ook voor de wijn en menigeen zelfs alleen daarvoor. Wijn is volop aanwezig in de stad, maar een aansprekend wijnmuseum ontbreekt. Het huidige museum is weliswaar niet onaardig en heeft een prettig nostalgische sfeer, maar bij een stad als Bordeaux hoort een topmuseum. Naar goed Frans gebruik duurt de discussie hierover al jaren. Het wordt groots, een echt ‘landmark’, zoals de Eiffeltoren voor Parijs, in de vorm van een glas. En het komt er heus…
In Bordeaux zijn tientallen wijnbars, kleine wijnwinkels, stands op de markt met wijn en zelfs ware wijnpakhuizen van meerdere etages. En dan nog kan het lastig zijn de wijn, die je zo lekker vond in het restaurant, op de kop te tikken, zo ervoeren wij. Hoeveel de stad ook te bieden heeft, een excursie naar het wijngebied hoort erbij. Sommige wijngaarden liggen zelfs binnen de stadsgrenzen: naar Château Luchey-Halde kun je per tram. Wij maakten een halve-dagexcursie met twee proeverijen in de Médoc en een fotostop bij het beroemde Château Margaux.
Voor wie meer van wijn wil weten, is de proefcursus van twee uur bij het CIVB, het instituut voor bordeauxwijnen, een goed idee. Het moeilijkste onderdeel: het leren herkennen van de geur van de aroma’s om een wijn te beschrijven, zoals cassis en witte peper.
Voor sommige wijnliefhebbers het Walhalla: de wijngaarden van Bordeaux