Luik is een stad van tegenstellingen. Zo staat de historische architectuur in schril contrast met barbaarse nieuwbouw. Als grootste stad van Wallonië bezit Luik interessante musea, galeries,
theaters en een opera. Bovendien is het een aantrekkelijke winkelstad en met zijn vele restaurants een goede bestemming voor lekkerbekken.
Luik (Liège in het Frans) heeft zich in de laatste tien jaar ontworsteld aan een neergaande spiraal. Tal van historische gebouwen zijn gerestaureerd of staan in de steigers. De Maas, de levensader van de stad, verdeelt Luik in twee delen die door bruggen met elkaar worden verbonden. Het stadscentrum wordt beheerst door de honderd meter hoge heuvel van de Citadel en de minder hoge Publémont.
De binnenstad bestaat uit het Coeur historique en de wijken Le Carré en L’Île. Luik is een stad voor fijnproevers met oog voor details. Achter de soms vervallen panden of nieuwbouw gaat een dynamische stad schuil.
© O.T. Liège – Marc Verpoorten
Ondergrondse troef
Het Place Saint-Lambert, een grote open ruimte, is het hart van het moderne Luik. Het is het domein van de wandelaars, skaters en bankzitters. In de bestrating zijn de contouren van de voormalige Sint-Lambertuskathedraal weergegeven. Ook de pilaren zijn in een eigentijdse vormgeving teruggekeerd. De kathedraal, het symbool van de gehate prinsbisschoppelijke macht, werd tijdens de Franse (Luikse) Revolutie in 1792 door de opstandige burgers verwoest. De brokstukken bleven jarenlang liggen totdat deze in 1827 werden opgeruimd en het Place Saint-Lambert werd aangelegd.
De grootste troef van het plein bevindt zich ondergronds: het Archéoforum de Liège. Al sinds 1907 worden op de plek van de voormalige kathedraal opgravingen verricht. Er zijn sporen gevonden van de
eerste mensen die zich hier negenduizend jaar geleden vestigden en van de vier opeenvolgende kerken. Een gids leidt bezoekers langs de geschiedenis van Luik. Een bijzondere ervaring om rond te dwalen tussen de archeologische vondsten en de romaanse en gotische bouwresten terwijl verre stadsgeluiden doordringen tot het ondergrondse museum.
Palais des Princes-Évêques aan het Place Saint-Lambert, © OPT – J.P. Remy
Historisch hart
Het Coeur historique, het historische hart van de stad, ligt ingeklemd tussen de hellingen van de Citadel en de Maas. Het Place du Marché is een klein marktplein omringd door het stadhuis, cafés, restaurants en terrassen. As Ouhès is het adres voor een kennismaking met de Luikse keuken. In deze traditionele brasserie worden salade liégeoise (Luikse salade van boontjes, spek, aardappelen, uien en azijn) en gerechten met sirop de Liège (Luikse stroop) geserveerd.
Hors Château is een van de oudste straten van Luik. In de huizen met hun 17e- en 18e-eeuwse gevels woonden de lakenhandelaren, in de steegjes de arbeiders en ambachtslieden. De nauwe doodlopende steegjes voeren van de hoofdstraat naar de vroegere wijngaarden op de heuvels. Ze zijn omgetoverd tot trendy woonerven. Halverwege de straat overbrugt de Montagne de Bueren met 374 treden een hoogteverschil van zeventig meter. De trap werd aangelegd in 1881 en vormde een snelle verbinding tussen de stad en citadel.
© OPT – J.P. Remy
Twee nieuwe musea
2009 was een belangrijk jaar voor Luik. Behalve het futuristische TGV-station Liège Guillemins, een ontwerp van de spraakmakende Spaanse architect Santiago Calatrava, werd ook het prestigieuze museum Grand Curtius geopend. In hetzelfde jaar heropende ook het Musée de la Vie Wallonne na een ingrijpende renovatie zijn deuren. Het museumcomplex Grand Curtius bestaat uit vijf historische
gebouwen die met elkaar verbonden zijn door opvallende nieuwbouw.
Station Liège Guillemins, © ELTGV – Alain Janssens
Het hart van het museum is het 17e-eeuwse stadspaleis van Jean de Cort (Curtius), een schatrijke wapenhandelaar. De collectie bestaat uit wapens, glaswerk, archeologie en Maaslandse kunst. Hoe eigentijds het museum ook van buiten oogt, de presentatie is enigszins teleurstellend. De vitrines zijn volgestouwd met objecten vergezeld van slecht leesbare Franse teksten.
Schiet het Grand Curtius qua presentatie te kort, het Musée de la Vie Wallonne overtreft zichzelf. In een stemmige ambiance, een middeleeuws klooster, worden alle aspecten van het Waalse leven met behulp van moderne museumtechnieken op aanstekelijke wijze gepresenteerd. Voor de Nederlandstalige bezoekers is er een speciale audiogids.
Kerken en kloosters
Luik is nog steeds een stad van kerken, kloosters en andere religieuze gebouwen. Interessant is de Trésor, die zijn naam met alle kostbare kerkelijke ‘schatten’ rechtdoet. De fonkelende eliekschrijn van Sint-Lambertus trekt alle aandacht. In de église Saint-Barthélemy staat een prachtig geelkoperen doopvont, een meesterwerk van middeleeuwse gietkunst. De doopvont rust op tien (oorspronkelijk twaalf) ossen die de apostelen symboliseren. Op de rand staan vijf verschillende taferelen die de doop verbeelden.
De église Saint-Jacques is volgens kenners de mooiste kerk van Luik. De in de 11e eeuw gestichte kloosterkerk werd regelmatig aangepast aan de heersende bouwstijl. Jean Delcour (1627-1707), de grote Luikse beeldhouwer, ontwierp de metershoge witte beelden die vanaf de pilaren op de kerkgangers neerkijken.
De hellingen van de Citadel
Luik is een stad om te voet te verkennen. In de binnenstad liggen alle bezienswaardigheden op loopafstand van het Place Saint-Lambert. Wie meer van de stad wil zien kan een kijkje nemen achter de coulissen van de stad. Op de hellingen van de Citadel is een aantal goed gemarkeerde wandelingen uitgezet.
Het wandelpad Terrasses (groene markering, dagelijks 9-18 uur) start aan de voet van de Montagne de Bueren. Het is een wandeling door smalle stegen, over steile trappen en -soms- modderige paden. Maar de fraaie uitzichten vanaf het nieuw aangelegde uitzichtpunt over de stad met zijn vele kerktorens en nietsontziende hoogbouw doen alle inspanningen vergeten. De wandeling is met andere wandelingen te combineren tot een langere route. De wandelkaart Découvrir Liège is gratis af te halen bij de VVV, of te downloaden op hun website.
© OPT – J.P. Remy
Eeuwenoude markt
Antwerpen heeft zijn Vogelenmarkt, Luik zijn Batte. Elke zondagochtend wordt op de rive gauche (Quai de Maestricht) de zondagsmarkt gehouden. In het Waals betekent batte kade of dijk. De geschiedenis van de markt gaat terug tot de 16e eeuw.
De markt is een combinatie van waren-, vers- en rommelmarkt. Er staan meer dan vijfhonderd kramen met kleding, antiek, groenten en fruit, kazen en worsten, Luikse wafels, boeken, etc. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is wel een kraam die het verkoopt. In de vroege ochtend zijn alle cafés en frituren op de kades en in de zijstraatjes al geopend. Een ochtendje struinen op de markt sluit je traditioneel af met gehaktballetjes, frieten en een pintje Maes of Jupiler in Café Lequet, een klassiek Luiks café.
© OPT – J.P. Remy
Winkelstad
Luik is dé winkelstad van Wallonië. De binnenstad biedt een keur aan mogelijkheden, van grote warenhuizen tot kleine speciaalzaken. De Rue Pont-d’Avroy en de Rue du Pont-d’Or in de wijk Le Carré zijn de belangrijkste winkelstraten.Tussen deze twee straten ligt de uitgaanswijk met bars, dancings, restaurants en nachtclubs. Hier komen vooral op vrijdag- en zaterdagavond studenten en scholieren.
Aan het Place Saint-Lambert zijn twee grote winkelcentra verrezen: de Galeries Saint-Lambert en Îlot Saint-Michel met filialen van de bekende winkelketens. De Rue Saint-Paul is een ouderwetse winkelstraat met een banketbakkerij, slagerij, groentezaak en bakkerij waar zich op zaterdag lange rijen wachtenden vormen. Verleidelijk zijn de vele delicatessenwinkels waar de lekkernijen smaakvol zijn uitgestald. Aan een Luikse wafel ontkom je dan ook niet.
© OPT – Philippe Lermusiaux