Het lijkt erop dat Duitsland vanaf 2016 definitief tol gaat heffen voor het gebruik van autobahn. Volgens diverse bronnen zal er een tolvignet komen, dat ongeveer 100 euro per jaar moet gaan kosten, of 10 euro voor 10 dagen. Wie regelmatig in Duitsland komt zal wel tot aanschaf moeten overgaan, maar om nu een dure sticker onder je raam te plakken als je één a twee keer per jaar voor een citytrip de grens overgaat…
Dan kun je in plaats van de auto het vliegtuig, de trein of de bus nemen, maar ook dat is niet ideaal. Gelukkig zijn er een aantal leuke Duitse steden die zó dicht bij de grens liggen, dat je ze via lokale wegen kunt bereiken. En daarvoor heb je geen tolvignet nodig!
1. Aken
Aken ligt praktisch tegen het drielandenpunt met Nederland en België aan. De Dom van Aken en het stadhuis vormen het historische centrum van de stad. De bouw van de Dom begon in 796 in opdracht van Karel de Grote en werd vervolgens steeds iets groter en imposanter. Binnen in de kerk zijn diverse geschiedkundige topstukken te bewonderen, zoals de troon van Karel de Grote. Ook ligt hier –naar het schijnt- een lendendoek die Jezus Christus heeft gedragen. Binnen de Dom ligt een uitgebreide schatkamer, waar nog veel meer kunstschatten te vinden zijn.
Om Aken heen ligt een stevige stadsmuur, met meerdere stadspoorten. De Ponttor is de poort die nog het beste bewaard gebleven is. Het gebied rondom de Ponttor en de Pontstrasse is het studentengedeelte van Aken. Je vindt hier dan ook veel uitgaansgelegenheden en ook veel restaurants. De plaatselijke lekkernij is de printe, te koop bij iedere bakkerij. Dit is een soort taaitaai, zonder vaste vorm, smaak of structuur. Bij elke bakkerij smaken de Aachener Printen dus anders.
Aken is erg beroemd om haar zwavelhoudende warmwaterbronnen, die al in de Romeinse tijd gebruikt werden. Als het warme water borrelt, komen waardevolle mineralen aan de vlakte die goed zouden werken tegen diverse kwalen. De bronnen liggen verspreid over de stad. Om de bronnen heen zijn kuurcentra gevestigd, waarvan Carolus Thermen de bekendste is. Aken ligt letterlijk op enkele kilometers van de Nederlandse en Belgische grens en is dan ook eenvoudig te bereiken zonder gebruik te hoeven maken van een autobahn.
2. Nordhorn
Het plaatsje Nordhorn ligt tegen de Nederlandse grens aan, bij Denekamp en niet ver van Enschede. Door de stad stroomt de rivier de Vecht, die binnen het centrum veel aftakt en weer bij elkaar komt. De Vecht kom je dus overal binnen Nordhorn tegen. Het stadje (met ongeveer 50.000 inwoners) positioneert zich dan ook graag als een waterstad en biedt dan ook vele mogelijkheden aan om met bootjes over de Vecht te varen. Maar het populairste vervoersmiddel in Nordhorn is toch de fiets. De stad is dan ook bijzonder fietsvriendelijk ingericht. Bovendien kent Nordhorn een zeer levendig centrum. Er is dan ook een uitgebreid winkelaanbod met een veelzijdig assortiment, wat voor veel Nederlanders uit het grensgebied een regelmatige reden is de grens over te steken. Nordhorn heeft historisch gezien veel banden gehad met Enschede, vooral door de textielindustrie.
3. Trier
Trier is één van de oudste steden van Duitsland en je kunt gerust spreken van een openluchtmuseum. Er zijn nog diverse zeer oude gebouwen te vinden, die nog in uitstekende staat verkeren. Helaas is Trier zwaar beschadigd geraakt in de Tweede Wereldoorlog, maar veel beschadigde gebouwen zijn hersteld, of men heeft er nieuwe gebouwen voor in de plaats gezet. De stad ligt tegen de Luxemburgse grens, in het Moezeldal. Trier werd in het jaar 16 vóór Christus gesticht en was een zeer belangrijke stad voor de Romeinen. Goed bewaard, een rijke historie én een zeer mooie lichting in dit Moezeldal zorgen ervoor dat deze stad een bezoek meer dan waard is.
De oudste Dom van Duitsland (zie foto), stadspoorten, een paleis, een basiliek en een amfitheater: net over de Luxemburgse grens is de oude, veelal Romeinse historie al te vinden. De stadspoorten Porta Nigra (‘Zwarte Poort’) stammen uit de tweede eeuw na Christus, het amfitheater zelfs uit de eerste eeuw. Dit amfitheater ligt in de helling van de Petrisberg. De tribunes lagen van oorsprong dus gewoon op de berg. Het theater is helaas grotendeels verwoest, maar er zijn nog voldoende overblijfselen om een indruk te krijgen. Ook een deel van de ondergrondse constructie zijn nog te bezoeken. Er worden in dit amfitheater nog altijd concerten en festivals georganiseerd.
De Römerbrücke is een oude Romeinse brug over de Moezel, waarvan het huidige fundament gebouwd werd in het jaar 144. De brug staat, net als veel gebouwen in Trier, op de UNESCO Werelderfgoedlijst en mag daarom niet aangepast worden. De brug wordt dus nog altijd gebruikt, maar soms komt de Moezel dusdanig hoog te staan, dat de brug afgesloten moet worden. Om Trier te bereiken zonder autobahnvignet rijdt je door België naar Luxemburg, en steek je daar de grens over.
4. Mönchengladbach
Deze stad ligt niet ver van het Limburgse Roermond en is met ruim 265.000 inwoners de grootste stad in dit rijtje. Niet veel verder ligt ook Düsseldorf. Kortom, direct over de grens bevind je je al snel in het Rührgebied. Mönchengladbach werd in 974 gesticht toen men er een abdij bouwde. Mönchenbladbach is een hele groene stad, vol bebossing en parken. De Altstadt (het historische centrum) is niet erg groot, maar kent wel veel uitgaansgelegenheden en restaurants. In Nederland kennen we Mönchengladbach vooral van de plaatselijke voetbalvereniging Borussia Mönchengladbach, wat als subtopper gezien wordt in de Duitse Bündesliga. De club speelt haar thuiswedstrijden in het Borussia-Park, met een capaciteit van zo’n 55.000 toeschouwers. Met andere woorden: Vlak over de grens vind je al snel een grote Duitse club uit de Bündesliga.
Mönchengladbach herbergt verder het beroemde museum Abteiberg, met haar sculpturentuin. Het museum zelf stelt beeldende kunst tentoon, waardoor de tuin tegenwoordig ook echt een onderdeel is van het museum. Buiten het centrum is het grootse kasteel Schloss Rheydt te bezoeken. Het kasteel ligt op een eiland in een groot park en kent een flinke historie dat in het kasteel tot openbaring gebracht wordt.
Het Abteiberg Museum in Mönchengladbach