Je kent het waarschijnlijk wel: je komt net terug van een stedentrip. Je hebt van ieder mooi monument, plein, gebouw of museumstuk een schitterende foto gemaakt. Er is alleen één probleem; thuis, op je laptop of in het fotolijstje blijkt die schitterende foto eigenlijk niet zo schitterend te zijn. Een kleine deceptie bij thuiskomst dus.
Gelukkig is dit probleem vrij eenvoudig te tackelen. Hoe? We vroegen twee Nederlandse én een Amerikaanse expert om wat tips, waarmee je van je stadskiekjes in no-time echte city landscapes maakt, zonder dat je een extra koffer mee moet nemen voor je fotospullen. Kenneth Verburg, beheerder van DigitaleFotografieTips.nl, Elja Trum, blogger bij Photofacts.nl en Geoff Lawrence, eigenaar van de Engelstalige fotografiewebsite GeoffLawrence.com geven advies.
Goede belichting is het halve werk
Een goede lichtinval kan van een standaardfoto een prachtfoto maken. Geoff Lawrence onderstreept dit: “Licht is het belangrijkste aspect van een foto. Ik maak veel van mijn foto’s in de ochtend, zo rond een uur of acht. In de middag, als de straten sowieso al wat drukker zijn, is het licht vaak wat flets, en zijn de schaduwen niet erg mooi. In de ochtend kun je door de warmere lichtkleuren en de tekenende schaduwlijnen vaak mooiere foto’s maken.”
Kenneth Verburg is het met Geoff eens: “Ga op stap als het licht op zijn mooist is, ongeveer een uur voor en na zonsopkomst en zonsondergang. Stop na zonsondergang niet met fotograferen, als de zon net onder is kleuren de wolken vaak nog (als ze aanwezig zijn) en bevat de lucht met een langere sluitertijd nog genoeg kleur. Ook worden de attracties dan vaak mooi uitgelicht, dit licht komt mooier uit als de lucht nog wat blauw heeft dan als deze helemaal zwart is. Voordeel van vroeg op stap gaan is dat er minder toeristen op pad zijn en in de weg kunnen lopen, nadeel is dat je niet overal naar binnen kunt en dus beperkt bent in wat je kunt fotograferen.”
Ah, ja, toeristen… Een mooie foto maken van een bekend gebouw of monument tijdens toeristenspitsuur is meestal onbegonnen werk. Er is altijd wel iemand die in de weg loopt, en je foto daardoor voor je verpest. Drukbevolkte reisfoto’s kun je echter omzeilen.
Kenneth Verburg: “Er lopen vaak veel mensen op de toeristische plekken, zeker na half elf ’s ochtends als het over het algemeen wat drukker wordt. Een foto zonder mensen kun je dan vaak wel vergeten. Geduld wordt echter vaak wel beloond. Probeer een langere tijd op een plek te blijven en goed te kijken naar de bewegingen. Veel toeristen komen als een groep aan en hebben vaak kort tijd op zo’n plek. Wacht je moment rustig af tot ze weer verdwenen zijn en reageer dan snel.”
Ook Elja Trum heeft tips voor het maken van foto’s op drukke plekken. Wat kennis van je camera of het gebruik van beeldbewerkingsprogramma’s is hierbij echter wel handig: “Een mogelijkheid om met drukke plekken om te gaan is door de camera op een vast punt neerzetten en meerdere foto’s achter elkaar nemen met dezelfde instellingen. Er vanuit gaand dat mensen in een foto bewegen staan de mensen in de foto’s telkens op andere plekken. Thuisgekomen laad je de foto’s in een grafisch programma zoals Photoshop. Hierin kun je de foto’s als lagen over elkaar leggen. Door een deel van de laag weg te gummen (daar waar er iemand in beeld loopt) zie je de laag eronder waar er op die plek niemand staat. Zo combineer je meerdere foto’s tot 1 foto zonder mensen. Deze methode werkt het beste wanneer er maar een paar mensen in beeld staan; op hele drukke plekken wordt het wat lastiger.
En tweede manier om mensen van een foto te wissen is door met lange sluitertijden te werken. De sensor van je camera wordt dan gedurende lange tijd belicht. Wanneer er mensen door het beeld lopen zul je dit niet terug zien in de foto. Voorwaarde is wel dat de mensen gedurende het maken van de foto blijven bewegen. Om de sluitertijd van je camera op te rekken zijn er speciale ND-filter (ook wel grijsfilters genoemd). Een andere manier is het ’s avonds nemen van een foto. Doordat het donker is wordt de sluitertijd van je camera automatisch langer. Een statief is wel onmisbaar.”
Probeer eens een andere invalshoek
Veel reisfoto’s lijken op elkaar, doordat ze op dezelfde manier of vanaf dezelfde plek genomen zijn. Dit zorgt dan vaak voor een ‘deze foto ken ik al’-gevoel bij het doorbladeren van een fotoboek. Unieke foto’s zijn echter vrij eenvoudig te maken.
“Je kunt er van uit gaan dat alle beroemde monumenten al op alle mogelijke manieren zijn gefotografeerd”, aldus Kenneth Verburg. “Meestal doen toeristen dit vanaf ooghoogte, vaak zodra het gebouw in zicht komt. Probeer iets bedachtzamer met je compositie om te gaan. Zak door je knieën, klim op een muur of trapje in de buurt om een hoger standpunt te kiezen, gebruik een telelens om aparte details te tonen of voeg een extra lokaal element toe om het monument te koppelen aan de locatie waar je bent (denk aan rode bussen bij Houses of Parliament of fotografeer de toeristen die elkaar fotograferen terwijl ze ‘de toren omduwen’ bij de Toren van Pisa). De beste foto van de Eiffeltoren hoeft niet genomen te worden bij de Eiffeltoren zelf, het gebouw is in heel Parijs te zien.”
Geoff Lawrence: “Voor een fotograaf staat een compositie gelijk aan het maken van keuzes. Welk gedeelte van een object moet binnen je foto vallen, vanaf waar neem je de foto en welke invalshoek kies je? Vraag jezelf voor het maken van de foto af wat je nu eigenlijk mooi vind aan het object dat je wilt fotograferen. Is het een bepaalde vorm, een detail, of juist de lichtinval? Of is het een combinatie van meerdere elementen? Zorg er voor dat hetgene dat jij wilt vastleggen zo duidelijk mogelijk aanwezig is op de foto.
Een voorbeeld hiervan is een foto die ik in Barcelona heb gemaakt, waarbij ik met name een toren op een gebouw erg mooi vond. Waarom dan de rest van het gebouw ook fotograferen, als hierdoor het detail minder duidelijk te zien is? Op de foto heb ik ook een paar overhangende takken als een soort fotolijst gebruikt, en daarmee de compositie wat speelser gemaakt.”
Elja Trum vult aan: “Een veel gefotografeerd object kun je bijzonder maken door een lange sluitertijd te nemen of door het object juist eens niet het hoofdonderwerp te maken, maar onscherp in de achtergrond te plaatsen. Nog radicaler is je gewoon om te draaien en dat te fotograferen. Waarom zou je eigenlijk een foto maken die al duizenden keren gemaakt is? In de meeste gevallen zal jouw foto slechter zijn dan een goedkope ansichtkaart die je daar in de omgeving kunt kopen. Er is in de omgeving vast veel unieks vast te leggen wat nog niet iedereen gefotografeerd heeft!”
Materiaalkeuze
Tijdens een stedentrip probeer je vaak zo licht mogelijk te reizen, zodat je niet op koffers hoeft te wachten op het vliegveld. Een extra tas voor camera-apparatuur komt dan niet echt goed uit.
Elja Trum weet hoe je daar het beste mee om kunt gaan: “De beste camera is de camera die je bij je hebt. En als je aan het reizen bent heb je liever niet al te veel gewicht bij je. Je hebt niet altijd meer nodig dan een eenvoudige camera, desnoods de camera van je telefoon. De beperking zet je aan tot creativiteit. Zelf kies ik er tijdens dagtripjes meestal voor mijn camera te voorzien van alleen een 50 of 35mm objectief (standaard of groothoek). De camera kan dan aan een draagriem mee en mijn tas kan in het hotel blijven staan. Wil je iets groter in beeld? Ga dan dichterbij staan. ”
Ook Kenneth Verburg neemt liever niet teveel mee: “Een grote tas vol met lenzen en camera accessoires gaat op den duur letterlijk op je heupen werken. Een lichte uitrusting is vaak beter als je de hele dag op stap gaat. De verleiding is groot om al je lenzen mee te nemen, stel je voor dat… , maar vaak kom je er achteraf toch achter dat je slechts een beperkt aantal lenzen hebt gebruikt. Beperk je cameratas daarom tot een paar zoomlenzen, bijvoorbeeld een groothoeklens en een zoomlens met een middenbereik tot 200mm. Vaak kun je door een paar stappen voor- of achteruit te zetten toch je gewenste compositie bereiken. Wees niet bang je benen te gebruiken.”
En ook niet onbelangrijk…
Als je gefocused bent op één specifiek object, vergeet je soms de andere mooie dingen om je heen. Geoff Lawrence: “Houd je ogen open! Vaak zijn de mooiste foto’s die je maakt niet de foto’s die je gepland had, maar juist foto’s van dingen die je toevallig tegenkomt. Zo kan het voorkomen dat niet een foto van de Notre Dame, maar een foto van vogels die gevoerd worden de mooiste buit is van een dagje Parijs.
Houd het ook nooit bij één foto. Fotografeer een object vanuit meerdere invalshoeken en op verschillende zoomniveaus. Fotografeer niet in het wilde weg, maar probeer het “had ik nu maar…”-gevoel bij thuiskomst te voorkomen.”
Een paar voorbeelden
Tekst en tips zijn natuurlijk zeer bruikbaar, maar een foto zegt meer dan duizend woorden.
Niet de Notre Dame of Eiffeltoren, maar een paar meeuwen staan model in deze energieke Parijse foto. Gemaakt door Geoff Lawrence.
Het station van Antwerpen is een prachtig station, maar deze invalshoek geeft de koepel van het station een extra, unieke dimensie. Door Elja Trum.
Twee typisch Londense eyecatchers op aparte wijze vastgelegd. De Big Ben van een afstandje met bladeren deels als kader en een gedeelte van London Eye. Door Kenneth Verburg.
Lichtinval en compositie maken van deze ‘standaard’ Brugse grachtmuur, waar de meeste mensen zo voorbij zouden lopen, een prachtig plaatje. Gemaakt door Geoff Lawrence.
Niet alleen de bezienswaardigheden kunnen mooie plaatjes opleveren, maar ook dagelijkse plekken. Zoals deze fietstunnel in Antwerpen, gefotografeerd door Elja Trum.
Zijn de tips van Kenneth, Elja en Geoff (bedankt, heren!) niet genoeg, en wil je nog meer weten over stads- en/ of reisfotografie? Lees dan ook deze artikelen:
– Tips voor architectuurfotografie
– Straatfotografie, “de gewone man op straat”
– 10 tips voor reisfotografie
– Travel photography tips
– Meer travel photography tips
– En nóg meer travel photography tips